FAQ

ORANGE BUTTON® werkt inderdaad alleen met Revit bestanden. Indien een of meerdere bronbestanden van het constructief, bouwkundig, werktuigbouwkundig of elektrotechnisch model geen Revit bestanden zijn, dan ontvangen wij alleen van die modellen, waarvan de bronbestanden geen Revit bestanden zijn, een IFC bestand. Door middel van een “mapping table” kunnen wij dit IFC bestand weer omzetten naar een Revit bestand.
Nee, indien de bronbestanden van het Bouwkundig, Constructief, Werktuigbouwkundig en Elektrotechnische modellen allemaal Revit bestanden zijn, dan ontvangen wij deze bronbestanden graag. Dit om mogelijk data verlies bij het exporteren van een Revit bestand naar een IFC bestand te voorkomen.
Zo vroeg mogelijk in het ontwerpproces. Het liefst ontvangen wij de modellen nog ruim voordat het definitieve ontwerp gereed is. Zodat ons advies tijdig verwerkt kan worden in BIM.
Zou vroeg mogelijk in het ontwerpproces. Het liefst ontvangen wij de modellen nog ruim voordat het definitief ontwerp gereed is. De CHECKLIST geeft duidelijk weer welke informatie ontbreekt en welke informatie niet correct is verwerkt in de modellen.
Ja, dit is nog steeds mogelijk. Met behulp van de ORANGE BUTTON® WBDBO CONTENT kunnen wij de brandwerendheid (WBDBO) op een alternatieve manier verwerken in het constructief model dmv het aanleveren van een apart aspectmodel van de brandwerendheid (WBDBO).
Deze alternatieve manier van specificeren van de brandwerendheid (WBDBO) voor het constructief model kan worden verwerkt door de partij die hier verantwoordelijk voor is. Ook is het mogelijk om deze ORANGE BUTTON® WBDBO CONTENT door Compact Brandpreventie te laten modelleren tegen een kleine vergoeding.
Vaak wordt er “Thermal” of “Default” gebruikt als aanduiding van het type isolatie in het Werktuigbouwkundig model. Dit is uiteraard niet volledig en correct, omdat de merknaam van het type isolatie bepalend is voor het brandwerend afdichtsysteem dat gebruikt kan worden. “Thermal” of “Thermisch” is enkel een functiebeschrijving van een type isolatie en niet een productnaam. Een correcte benaming op productniveau kan in dit geval bijvoorbeeld “Armaflex” of “Kaiflex” zijn.
Het brandwerend afdichtsysteem van een brandklep wordt bepaald door de merknaam van de brandklep, dimensies van de brandklep, type constructie en brandwerendheid (WBDBO). Hierin is de productnaam van de toegepaste brandklep leidend, aangezien elk type brandklep op een andere manier getest is en hierdoor op een andere manier brandwerend afgedicht moet worden.
Het is van belang dat de brandwerendheid (WBDBO) verwerkt wordt in het Constructief en Bouwkundig model, omdat ORANGE BUTTON® deze informatie nodig heeft om de installaties te kunnen detecteren die door brandscheidingen gaan en deze informatie te kunnen gebruiken om automatisch brandwerende afdichtingen in te laden in BIM.
Indien er fysieke sparingen gemodelleerd zijn in brandwerende wanden en vloeren, dan kan onze ORANGE BUTTON® software deze installaties niet identificeren en detecteren als een “clash” en daardoor geen brandwerende afdichtingen inladen in BIM. Indien je als installateur een sparing wilt opgeven, doe dit dan als een “Generic Model” en niet als een fysieke sparing.
Door middel van een “SCOPE BOX” kunnen wij in BIM een gebied selecteren waarin wij ORANGE BUTTON® kunnen gebruiken. Hierdoor kunnen we net als in de praktijk gefaseerd opleveren in BIM. Het enige wat hierbij belangrijk is, is dat er duidelijke afspraken gemaakt worden over de gefaseerde oplevering in BIM.